Biologische gewasbescherming

Waarom en hoe werkt dat?

Gewasbescherming: eigenlijk nog een beetje een woord van vroeger. Heel vroeger heette het BESTRIJDING en had je allerlei middelen die hielpen TEGEN ongedierte, TEGEN schimmels, TEGEN ziektes, TEGEN onkruid. Dit waren meestal middelen die iets dood maakten: luizen, muizen, vliegjes etc. 

In de jaren daarna heette het BESCHERMING. Immers: voorkomen is beter dan genezen. In de kas wilden we de plantjes BESCHERMEN tegen gevaar. We sloten alle ramen en deuren, zorgden voor goed hygiëne en legden als het ware een dekentje om de plantjes heen. 

Totdat het inzicht ontstond dat een plantje eigenlijk helemaal niet zo teer en gevoelig was of hoefde te zijn!
Een plant die zich goed voelt is sterk en wil groeien! Die beschermt zichzelf wel tegen ziektes en vijanden.
En die kan daarbij geholpen worden door dezelfde stoffen, mechanismen en diertjes die hem in de natuur ook ondersteunen om te overleven! 

En dus is de BIOLOGIE ontwikkeld.

  • Schimmels en bacteriën, die de plant sterker maken en helpen een barrière te vormen tegen schadelijke schimmels en prikkende diertjes.
  • Roofdiertjes, die leven van de schadelijke diertjes en zo de populatie onder controle houden.
  • Stofjes, die de mannetjes van de schadelijke diertjes in de war brengen, waardoor er geen jonkies worden geboren.
  • Insectenvallen, die gebruik maken van aantrekkelijke geuren en kleuren.
  • Creëren van omstandigheden, waarbij de schadelijke diertjes zich niet prettig voelen. 

Dit sterker maken van de plant met natuurlijke middelen en het onder controle houden van schadelijke diertjes met natuurlijke vijanden werkt goed. Maar het is wel een evenwicht wat je telkens weer moet proberen te vinden. 

Het is ook een EVENWICHT. Een roofmijt heeft een vliegje nodig om te kunnen eten. Dus er zullen altijd een paar vliegjes blijven leven. Het is de kunst om zoveel roofmijten in te zetten dat de populatie vliegjes zo klein blijft, dat je hun uitwerpselen niet ziet op de blaadjes. Of dat ze weliswaar eens een keer een gaatje in een blad prikken, maar niet in alle bladeren. 

Wij zullen dan ook nooit zeggen dat u geen enkel vliegje of slakje in uw planten aan zult treffen. Juist de aanwezigheid van een enkel vliegje op een super-mooie plant bewijst dat wij biologisch bezig zijn! Wij zoeken naar de acceptabele schadedrempel! 

Goed voor de natuur en goed voor de vissen in uw aquarium!

Het is moeilijker, maar ook veel boeiender en gezonder dan hetgeen we vroeger deden. Je wordt gedwongen je echt te verdiepen in de plant, in zijn omstandigheden en in zijn vijanden. 

Daarom moet je de planten iedere week, nee zelfs iedere dag monitoren.
Niet alleen doordat iedereen goed oplet. Dat is niet voldoende. Bij Songrow hebben 5 personen de expliciete verantwoordelijkheid om de planten te beoordelen. Iedere dag houden ze hun ogen open en iedere week bespreken ze de bijzonderheden met de gewasbeschermingsspecialist van onze leverancier. Samen bepalen ze wat er verder nog moet gebeuren en hoe ze de beestjes bijv. zullen uitstrooien. Dus denk maar niet dat je door biologische gewasbescherming te gaan gebruiken af bent van de verplichting om je spuitlicentie te gaan halen! Integendeel zelfs. Nu moet je je echt gaan verdiepen!

Hiernaast zie je een aantal foto’s van onze gewasbeschermingsspecialist Peter Vijverberg, bezig met het verspreiden van de natuurlijke vijanden.